Uitvoer
Een sprinttraining kan variëren van sprints tussen 15 seconden en een minuut. Je hartslag is hierbij minder belangrijk, je moet vooral volle bak sprinten. Overtuiging is dus wel belangrijk. Let wel goed op de duur van de sprint, want dat kan de training aanzienlijk veranderen. Tussen de sprints door herstel je in zone D1.
⚠️ Belangrijk: de tijd van het sprint-interval begint te lopen zodra je de sprint aanzet en je hartslag begint te stijgen, en niet pas als je hartslag de juiste zone heeft bereikt! Bij de sprints van 15 seconden kan het zo zijn dat je hartslag nooit de gewenste zone bereikt. Dat is niet erg want het gaat uiteindelijk om de arbeid die je spieren leveren. Je gestegen hartslag is daar het (vertraagde) gevolg van. Zie ook dit artikel.
Tips bij de uitvoer
- ⚠️️ Kies een stuk weg waar je alle ruimte hebt. Je wilt deze training absoluut niet op een drukke weg uitvoeren. Zo voorkom je gevaarlijke situaties.
- Een rondje fietsen tijdens een sprinttraining is vaak wat lastiger. In plaats daarvan kun je het beste een autoluwe weg zoeken waar je heen en weer rijdt om de sprints uit te voeren.
- Kies een vast punt om naartoe te sprinten. Dit motiveert je om zo snel mogelijk bij dat punt te komen.
- Het komt niet aan op de seconde, 15 of 17 seconden sprinten maakt geen verschil.
- Nodig je fietsmaatjes uit om mee te doen! Je haalt vaak meer uit jezelf als er echt wat op het spel staat ;)
Voeding
Deze trainingen duren door de intensiteit nooit lang en dus heb je er voldoende aan om voorafgaand en na afloop van de training een goede maaltijd te eten. Zorg wel dat je ruimschoots (>2 uur) van te voren hebt gegeten!
Wat betreft drinken heb je voldoende aan 1 à 2 bidons met sportdrank.
Routetips bij een sprinttraining
Spreek je innerlijke Dylan Groenewegen, Marianne Vos, Fabio Jakobsen, Lorena Wiebes of andere favoriete sprinter aan! Ga binnen een paar seconden tot een minuut helemaal kapot. En een minuut volle bak sprinten, dat is echt ontiegelijk zwaar. Kies hiervoor een groot, leeg en verlaten parkeerterrein. Of een viaduct om tegenop te sprinten, om vervolgens aan de andere kant rustig om te draaien en weer terug te sprinten. Zittend of uit het zadel. Zoek naar een boom, lantaarnpaal, verkeersbord of wat dan ook aan de kant van de weg en sprint daarheen. In je eentje of met fietsvriend(inn)en. Help elkaar hierbij, bijvoorbeeld door om de beurt bij elkaar uit het wiel te sprinten.