Uitvoer
Tijdens een explosiviteitstraining worden er meerdere korte sprintjes gedaan. Deze sprintjes duren maximaal zes seconden, waardoor je niet zal verzuren, en de training in z’n geheel niet zo zwaar zal aanvoelen.
Binnen de zes seconden probeer je zoveel mogelijk snelheid te genereren. Hierbij is het belangrijk om je handen in de beugel te houden en vol overtuiging te sprinten.
⚠️ Belangrijk: de tijd van het sprint-interval begint te lopen zodra je de sprint aanzet en je hartslag begint te stijgen, niet pas als je hartslag de juiste zone heeft bereikt! De kans is groot dat je hartslag nooit de gewenste zone bereikt. Dat is niet erg want het gaat uiteindelijk om de arbeid die je spieren leveren. Je gestegen hartslag is daar het (vertraagde) gevolg van. Zie ook dit artikel.
Tips bij de uitvoer
- Oefen vooral veel met het kiezen van je verzet. Wanneer je de oefening nog lastig vindt, kun je het beste een niet al te zwaar verzet kiezen. Raak je er meer bedreven in, dan kun je eens gaan spelen met een extra zwaar of extra licht verzet.
- Een makkelijke variant op de training is om de sprintjes bij het uitgaan van de bocht te doen. Zo pak je ook meteen een stukje bochtentechniek mee.
Voeding
Explosiviteitstrainingen zijn relatief korte trainingen van maximaal twee uur. Hierdoor heb je in principe genoeg aan een goede maaltijd vooraf. Wel is het aan te raden om iets eenvoudigs als een banaan mee te nemen voor onderweg, mocht je toch nog honger krijgen.
Wat drinken betreft heb je in deze training genoeg aan 1 à 2 bidons met water.
Routetips bij een explosiviteitstraining
Wielrennen is soms ook een sport van ‘kort door de bocht’. Dat zit ’m onder meer in de directe en duidelijke kreten onderweg (voor, achter, tegen, paaltje) en dat is ook logisch, het moet allemaal snel en niet teveel tijd kosten als er mogelijk ‘gevaar' dreigt. Over ‘kort door de bocht’ gesproken, de explosiviteitstrainingen lijken op de sprinttrainingen, maar zijn veel korter. Zet een paar seconden vol aan na een bocht met je handen in de beugels. Je wordt hierdoor sterker, kunt bij iemand wegrijden of juist nog even aanpikken. Je bochten gaan ook steeds beter. Doe deze trainingen bij overzichtelijke bochten, voorkom gevaarlijke situaties met haakse of zelfs blinde bochten. Het moge logisch klinken, maar doe deze trainingen ook niet in drukke en bewoonde gebieden met veel uitritten en zijwegen.