De temperaturen die het vriespunt naderen en de strooiwagens die de wegen vol zout strooien, zijn tekenen om de racefiets voorlopig even binnen te laten en te wachten tot de voorjaarsklassiekers weer van start gaan. Dat is eigenlijk zonde, want met een paar kleine aanpassingen kun je in de winter prima buiten blijven wielrennen of mountainbiken. Oók zonder dat je het koud hebt in de wintermaanden.
1. Is je fiets klaar voor de winter?
Besteed extra aandacht aan het onderhoud van je fiets
In de winter zijn strooiwagens je beste vrienden en je grootste vijanden. Natuurlijk zorgen ze ervoor dat de wegen goed begaanbaar blijven, zodat je kunt fietsen zonder bang te hoeven zijn dat je uitglijdt. Maar aan de andere kant is het laagje zout dat ze daarvoor op de weg strooien slecht voor je fiets. Vooral nat zout, pekel dus, heeft een bijtende werking en tast daardoor je fiets behoorlijk aan. Wil je dus langer met je fiets doen dan een of twee winters? Onderhoud deze dan in de winter extra goed. Waar je daarbij op moet letten lees je in ons artikel Fietsen in de winter: onderhoudstips.
Vervang tijdig je banden
Waarschijnlijk heb je dat aan het begin van de herfst al gedaan, maar check je banden even extra op slijtage. De gladde banden die je in de zomer gebruikte, maken het risico op een glijpartij in de winter groter. Kies daarom in de winter, ook op de racefiets, voor een band met meer profiel. Dat geldt helemaal als je gaat fietsen met sneeuw.
Hoe staan je remblokjes ervoor?
Water, modder, vuil en pekel zorgen ervoor dat ook je remblokjes sneller slijten. Daarnaast ga je door de natte, smerige en soms gladde wegen voorzichtiger rijden en daardoor automatisch vaker remmen. Ook dat zorgt ervoor dat je remblokjes in de winter minder lang mee gaan dan in de zomer. Omdat je remsysteem iets is waar je altijd blind op wilt kunnen vertrouwen is het belangrijk om regelmatig te checken of je remblokjes nog goed zijn en ze zo nodig sneller te vervangen.
2. Controleer je verlichting
Tijdens de kortste dagen van het jaar wordt het voor 16:30 uur al donker. Helemaal op doordeweekse dagen is de kans dus groot dat je je trainingsrondjes in het donker aflegt (tenzij je op Zwift overwintert natuurlijk). Om zelf te kunnen zien waar je rijdt én om goed zichtbaar te zijn voor je medeweggebruikers is het belangrijk om goede verlichting op je fiets te monteren. Check ook van te voren hoe vol de batterijen of accu’s van je lampjes nog zijn. Het laatste dat je wilt, is op een donker weggetje zonder verlichting komen te zitten.
3. Routes bouwen, waar moet je in de winter extra op letten?
Hoe je een route bouwt, is in de winter niet anders dan in de zomer. In dit artikel hebben we beschreven hoe je eenvoudig een route bouwt voor het wielrennen, en hier lees je alles over het bouwen van een mountainbikeroute. Toch zijn er in de winter wel een paar dingen om rekening mee te houden.
Verlichting en toegankelijkheid
Er zijn mensen die zonder enige schroom over een onverlichte weg fietsen en volledig vertrouwen op hun eigen verlichting. Maar er zijn ook mensen die dat toch net iets minder prettig vinden. Hoor jij tot die laatste groep? Bouw je route dan zo dat je onverlichte wegen en paden zoveel mogelijk vermijd. Nu ontkom je er niet altijd aan om een weg zonder straatverlichting te pakken. Probeer in zo’n geval een doorgaande, relatief druk bereden weg te kiezen (het liefst wel met een apart fietspad) en zorg dat je zelf goed zichtbaar bent. Zo voel je je veiliger en kun je profiteren van de koplampen van auto’s voor wat extra licht tijdens het wielrennen in de winter.
Gedurende het hele jaar zijn natuurgebieden tussen zonsondergang en zonsopgang niet toegankelijk voor mensen. Nu zul je daar in de zomer niet zo snel tegenaan lopen, maar in de winter kan dat de mogelijkheden voor een mooie route behoorlijk inperken. Respecteer deze regels en mijdt paden en wegen met een openstellingsbord in het donker even. Veelal rijd je deze routes vanwege de mooie omgeving, en die zie je in het donker toch niet.
Wordt er gestrooid op je route?
Met name als de temperaturen het vriespunt naderen en de wegen nog niet droog gevroren zijn, is het handig om je route over wegen te laten lopen die gestrooid worden. Zo voorkom je nare valpartijen op gladde wegen en zit je een stuk meer ontspannen op je fiets. Maak na je pekelrondje wel direct je fiets goed schoon om zoutschade te voorkomen.
4. Het is winter; pas je kleding daarop aan
De uitzonderlijk warme dagen daargelaten, maar in de winter is de tijd van kort-kort toch echt voorbij. Tijd om je winter fietskleding serieus aan te passen. Maar hoe zorg je er nou voor dat je jezelf niet te koud, maar zeker ook niet te warm, aankleedt? Het simpele antwoord: meerdere dunne laagjes. Want hoe verleidelijk het ook is om een lekker dikke jas aan te trekken, doe het niet. Op het moment dat je jezelf namelijk warm hebt gefietst en je gaat zweten, wordt die jas nat en is de kans groot dat deze zijn isolerende waarde (deels) verliest tijdens fietsen met koud weer.
Laagjes, laagjes, laagjes
Kies je voor meerdere laagjes, dan kun je een of meerdere laagjes uitdoen als je warm bent zonder dat je daarbij het risico loopt om weer koud te worden. Dat hoeft overigens niet altijd de buitenste laag te zijn. Een windstopper houdt namelijk een boel kou tegen en houd je het liefst je hele rit aan. Datzelfde geldt voor een regenjack als het regent. Zorg daarom voor een goede baselayer en buitenlaag. De baselayer draag je direct op je huid, de buitenlaag blijft, zoals de naam al zegt, de buitenste laag van je kleding. Daartussen kun je een of meerdere (dunne) tussenlagen aantrekken en daarmee wisselen naar gelang je het warm of kouder krijgt. Het voordeel van deze dunnere laagjes is ook dat deze makkelijker in de zakjes van je buitenlaag op te bergen zijn als je ze uittrekt.
Vergeet overigens ook je handen en voeten niet. Die korte handschoenen gaan je handen in de winter tijdens het fietsen zeker niet warm houden. Kies daarom voor een paar speciale winterhandschoenen die speciaal voor het fietsen ontwikkeld zijn. Op die manier blijven je handen warm zonder dat je handen zo dik zijn ingepakt dat je niet meer kunt schakelen of remmen. Ook de fietsschoenen die je in de zomer draagt, zijn in de winter waarschijnlijk wat te fris. Bijna niets zo vervelend als met bevroren tenen fietsen, dus zou je ervoor kunnen kiezen om in de winter over te stappen naar winterschoenen voor op de fiets. Met name voor het mountainbiken in de winter is een heel scala van dit soort schoenen op de markt gebracht. Tijdens het wielrennen wordt veelal teruggegrepen op overschoenen voor in de winter. En die overschoenen hebben meer voordelen: niet alleen je voeten blijven lekker warm, ook je schoenen blijven schoon en (als je een waterdicht paar overschoenen hebt) droog als het regent.
Zorg dat je zichtbaar bent
Je kunt je zichtbaarheid op de fiets voor het overige verkeer verhogen door naast goede verlichting kleding in felle kleuren en/of met reflecterende details te dragen. Dat geldt overigens niet alleen voor je ritjes in het donker. Ook overdag kan het in de winter flink grauw zijn, waardoor donkere kleding al snel wegvalt tegen de kale bomen of de grauwe omgeving. Meer tips over fietskleding hebben we samen met AGU voor je op een rij gezet in deze artikelen met tips en advies op het gebied van fietskleding.
5. Blijf eten en drinken
Ondanks de lagere temperaturen verlies je tijdens het fietsen in de winter meer lichaamsvocht dan je zou denken. Blijf daarom ook als het koud is goed drinken om je vochtbalans aan te vullen. Om te voorkomen dat de inhoud van je bidon te veel afkoelt, kun je ervoor kiezen een isolerende bidon te gebruiken of lauwwarm drinken in je normale bidon te doen. Klinkt dit minder aantrekkelijk? Probeer dan in de uren voor je gaat fietsen goed te drinken, en je vochtbalans bij terugkomst weer aan te vullen.
Staat er een intensieve training op het programma? Zorg er dan voor dat je naast drinken ook sportvoeding meeneemt. Je lichaam verbruikt bij lage temperaturen namelijk tot 15% meer energie om zichzelf warm te houden. Tip: houd je sportreep, gelletje of winegums tijdens het fietsen dicht tegen je lichaam om te voorkomen dat ze door de kou lastig te eten worden. Meer informatie vind je in de artikelen die we onder andere in samenwerking met BORN over sportvoeding hebben geschreven.