Veel wielrenners rijden nog steeds te hard opgepompte banden, waardoor comfort, snelheid en veiligheid verloren gaan.
In dit artikel lees je alles over de optimale bandenspanning tubeless racefiets, inclusief praktische richtlijnen voor verschillende bandenmaten, het verschil met binnenbanden, en hoe je de juiste druk voor jouw gewicht en rijstijl bepaalt.
Waarom is bandenspanning zo belangrijk?
De juiste bandenspanning is van groot belang voor verschillende aspecten van het fietsen. Ten eerste beïnvloedt het de grip, vooral in bochten en op nat wegdek.
Daarnaast speelt het een rol in het comfort: een iets lagere druk absorbeert oneffenheden beter. Ook de rolweerstand wordt beïnvloed; verrassend genoeg kan een te hoge bandenspanning juist zorgen dat je langzamer rolt. Voor lekbestendigheid is de spanning eveneens belangrijk, vooral bij tubeless systemen, die optimaal werken bij lagere druk omdat de band zich rond obstakels kan vormen en het sealant kleine gaatjes afdicht.
Veel fietsers denken nog steeds dat harde banden altijd sneller zijn, maar in werkelijkheid levert een goede balans tussen druk, grip en comfort betere prestaties en minder vermoeidheid.
Tubeless vs. binnenband: verschil in bandenspanning
Bij tubeless banden kun je over het algemeen lager in druk rijden dan met een traditionele binnenband. Dit komt doordat er geen binnenband is, waardoor klassieke “stootlekken” of “snakebites” niet voorkomen, en de band zich beter naar het wegdek vormt, wat zowel grip als comfort verhoogt.
Daarnaast zorgt de sealant ervoor dat kleine lekjes zichzelf afdichten, zelfs bij lagere luchtdruk. Hierdoor kun je vaak 0,5 tot 1 bar minder rijden dan je gewend bent met een binnenband.
Hoe bepaal je de juiste bandenspanning tubeless racefiets?
De optimale druk hangt af van meerdere factoren:
- Bandbreedte: hoe breder de band, hoe lager de maximale druk mag zijn.
- Rijdersgewicht: zwaardere rijders hebben meer druk nodig.
- Ondergrond: glad asfalt vraagt om hogere druk dan slecht wegdek of kasseien.
- Rijstijl: koers, endurance of triatlon hebben elk hun voorkeuren.
Een aantal handige uitgangspunten per maand:
- Voor een 23 mm tubeless banden: 6-8 bar (afhankelijk van gewicht en voorkeur).
- Voor een 25 mm tubeless band: 5,5–7 bar.
- Voor een 28 mm tubeless band: 4,5–6,5 bar.
- Voor een 30 mm+ tubeless band: vaak tussen 3,5–5,5 bar.
Hoeveel bar in voor jouw tubeless racefiets??
De vraag “wat is de juiste bandenspanning voor een tubeless racefiets?” heeft geen één vast antwoord, maar we kunnen richtlijnen geven op basis van gewicht en bandbreedte.
Dit zijn een aantal rekenvoorbeelden van bandenspanning racefiets 23mm, 25mm, 28mm en 30mm:

Algemene richtlijn: voorwiel altijd iets lager dan achterwiel (ca. 0,2–0,3 bar). Dit geeft extra comfort en grip in bochten.
Ontdek de bandenspanning calculator van Vittoria
Wanneer je echter niets aan het toeval wilt overlaten, dan is de Tire Pressure Calculator van Vittoria een fantastische tool. Het is een van de beste hulpmiddelen om door middel van het beantwoorden van een aantal simpele vragen exact te weten hoeveel bar er in jouw MTB band moet worden opgepompt.

Bandenspanning racefiets 28mm tubeless: de sweet spot?
De 28mm tubeless band is tegenwoordig bij veel sportieve fietsers de standaard, omdat hij een ideale balans biedt tussen snelheid, comfort en veiligheid.
Dit is vooral geschikt voor lange ritten, omdat je met een lagere druk kunt rijden zonder bang te zijn voor stootlekken, en hij is breed inzetbaar, van glad asfalt tot slecht wegdek. De optimale bandenspanning ligt doorgaans tussen 4,5 en 6 bar, afhankelijk van het lichaamsgewicht.
Steeds meer profs kiezen voor 28mm of bredere banden, juist omdat de combinatie van tubeless en lagere druk vaak zorgt voor snellere prestaties.

Bandenspanning racefiets 25mm tubeless: nog relevant?
Hoewel 28mm steeds meer de norm wordt, rijden nog veel fietsers met 25mm tubeless banden. Omdat deze banden smaller zijn, is er iets hogere druk nodig, meestal tussen 5,5 en 7 bar.
Qua comfort zijn ze bij gelijke druk minder prettig dan 28mm, maar nog altijd comfortabeler dan banden met binnenband. Voor lichte rijders blijft 25mm tubeless een uitstekende keuze, vooral op glad asfalt.
Bandendruk tubeless racefiets en aerodynamica
Een vaak vergeten aspect bij het afstellen van tubeless banden is aerodynamica. Bij te lage druk kan de band “deuken” en minder goed rollen, terwijl te hoge druk juist energieverlies door trillingen veroorzaakt.
De sleutel ligt dus in het vinden van de juiste balans: op glad asfalt is een iets hogere druk ideaal om vervorming te minimaliseren, terwijl op ruw wegdek een lagere druk meer comfort biedt en energie bespaart. Uit windtunneltests blijkt dat de verschillen klein zijn, maar tijdens lange ritten is comfort vaak het belangrijkste voor de totale prestaties.
Praktische tips voor meten en controleren
- Gebruik een digitale drukmeter – pompmeters zijn vaak onnauwkeurig.
- Controleer regelmatig – tubeless banden verliezen langzaam druk.
- Kijk naar band en velg – sommige fabrikanten geven specifieke adviezen.
- Test zelf – start met een richtlijn en speel met ±0,2 bar om jouw ideale druk te vinden.
- Let op omstandigheden – bij regen kan iets lagere druk meer grip geven.
Veelgemaakte fouten bij tubeless bandenspanning
- Te hoge druk: dit is de meest voorkomende fout. Het voelt snel op glad asfalt, maar kost energie op langere ritten.
- Niet differentiëren tussen voor en achter: altijd achter iets hoger!
- Vergeten van gewichtsverschillen: een lichte rijder moet echt minder druk hebben dan een zware.
- Geen rekening houden met wegdek: wat perfect is op asfalt, werkt niet op kasseien.
De ideale bandenspanning voor jouw tubeless banden
De overstap naar tubeless biedt de mogelijkheid om met lagere bandenspanning te rijden, wat fijner rijdt, en meer grip en snelheid biedt.
Het belangrijkste is echter om de bovenstaande richtlijnen als startpunt te gebruiken en zelf te experimenteren om de perfecte druk te vinden die past bij jouw fiets, gewicht en rijstijl.