Stel je wilt even aanzetten om nog net die ene steile helling in je favoriete mountainbikerondje op tempo te pakken, en precies op het moment dat je, staand op je pedalen, eens flink aan je pedaal trekt, schiet je voet los. Weg momentum. Dat wordt lopend naar boven. Of je wilt losklikken bij een verkeerslicht en je pedaal blijft je schoen hardnekkig vasthouden. Dan ben je blij dat je nog net een paaltje kunt vastgrijpen. Losschieten tijdens het kracht zetten, niet meer goed in- of uit kunnen klikken. Het zijn allemaal tekenen van versleten schoenplaatjes. Tijd voor nieuwe dus!
Nieuwe schoenplaatjes monteren op je ‘oude’ schoenen
Hoewel het monteren van schoenplaatjes op zich heel eenvoudig is, komt de positionering nogal nauw. Een millimeter teveel naar links of rechts kan al zorgen voor knieklachten, en dat is natuurlijk het laatste dat je wilt. Op het moment dat je schoenplaatjes gaat vervangen en tevreden bent met de afstelling van de versleten exemplaren (en je blijft dezelfde schoenen gebruiken), dan kun je in principe de oude positie van je schoenplaatjes aanhouden bij het monteren van de nieuwe.
De makkelijkste manier om dat te doen is door voor je de oude schoenplaatjes demonteert de omtrek ervan op de zool van je schoen over te trekken. Op die manier kun je de SPD of SPD-SL schoenplaat precies op dezelfde plek als het vorige exemplaar monteren. Bij een SPD schoenplaat zie je vaak een afdruk van het oude plaatje op de zool door het vuil dat vaak tegen de zool van de schoenen spat; de nieuwe schoenplaat kun je dan precies in deze afdruk monteren.
Wil je liever geen lijnen op de zool van je schoen zetten? Plak dan eerst een stukje schilder tape op de schoenzool op de plek waar je de lijn wilt zetten. Dit tape kun je na het monteren van de nieuwe plaatjes vlekkeloos verwijderen.
Nieuwe schoenplaatjes monteren op nieuwe schoenen
Koop je echter een paar nieuwe schoenen dan wordt het al een stukje lastiger om de schoenplaatjes op de juiste manier te monteren. Allereerst is het zaak de juiste schoenplaatjes bij je schoenen te zoeken. Grofweg zijn er namelijk twee typen schoenplaatjes te onderscheiden: SPD en SPD-SL schoenplaatjes. De SPD schoenplaat wordt veelal gebruikt voor mountain- en gravelbiken en kun je alleen op schoenen met twee of vier bevestigingspunten monteren. De SPD-SL schoenplaat wordt gebruikt op de racefiets en heeft drie bevestigingspunten.
De positie van de bevestigingspunten van beide typen schoenplaatjes verschilt aanmerkelijk, dus je SPD plaatjes ook echt niet op de bevestigingspunten van de SPD-SL plaatjes monteren. Twijfel je over welk type schoenplaatjes je het beste kunt kiezen? In dit artikel leggen we het verschil tussen SPD en SPD-SL schoenplaatjes uit. En hoewel de plaatjes dus behoorlijk van elkaar verschillen, is het monteren van SPD en SPD-SL schoenplaatjes in principe hetzelfde. Allereerst begin je met het bepalen van het afstellen van de schoenplaatjes onder je schoen. Dat doe je aan de hand van drie posities.
De bal van je voet ten opzichte van de pedaalas
De juiste positie van je voet boven de pedaalas bepaalt eigenlijk in welke positie je knieën staan tijdens het fietsen. Heb je normaliter geen zwakke of pijnlijke knieën, dan wil je de bal van je voet het liefst recht boven de pedaalas hebben. Zo blijven je knieën namelijk in een normale positie tijdens het fietsen.
Trek je nieuwe schoenen aan en ga staan. Probeer nu te voelen waar de bal van je voet zich bevindt. Het gewricht van je dikke teen of het breedste deel van je voet is daarvoor een goed uitgangspunt, maar als je echt moeite hebt met bepalen waar de bal van je voet zich in je schoenen bevindt, dan kun je een muntje op de bal van je voet plakken. Als je dan nogmaals de schoen aantrekt en gaat staan, zou je het beter moeten kunnen voelen. Markeer dat punt vervolgens op de zijkant van je schoen. Om je nieuwe schoenen niet te beschadigen kun je het beste een stukje schilder tape op de zijkant plakken en daar de markering op aanbrengen.
De rotatie van je voeten
Van nature staan bijna alle voeten een stukje naar binnen of naar buiten gedraaid. Hoewel het misschien mooier staat om je schoenplaatjes recht onder je schoenen te plaatsen, is het – om blessures te voorkomen – beter om bij het monteren van je SPD of SPD-SL plaatjes rekening te houden met de natuurlijke stand van je voeten.
Je kunt heel makkelijk zelf de stand van je voeten checken door even op blote voeten of op sokken te gaan staan. Als je tenen naar buiten wijzen, draai je je schoenplaatjes iets naar binnen. Staan je tenen iets naar binnen, dan draai je de schoenplaatjes iets naar buiten. Dit hoeft niet overdreven veel te zijn, en kun je nog bijstellen als je tijdens het fietsen pijn aan je knieën voelt.
De positie van je voeten ten opzichte van de crankarm
Je wilt je nieuwe schoenen natuurlijk niet beschadigen door ze tijdens het fietsen steeds langs de crankarm te laten schuren. Dat doet trouwens ook behoorlijk pijn aan je voet. Om dit probleem op te lossen kun je de schoenplaatjes nog iets naar rechts en links verschuiven. Dit is eigenlijk gewoon een kwestie van proberen, maar probeer je plaatjes in dit opzicht zo recht mogelijk te monteren. Op die manier kun je zo efficiënt mogelijk kracht overbrengen op je pedaal.
Schoenplaatjes afstellen en vastzetten
Heb je aan de hand van je oude schoenplaatjes of de drie voorgaande stappen bepaald wat de positie van je nieuwe schoenplaatjes wordt? Dan is het tijd om de schoenplaatjes vast te zetten. Zorg er voor het monteren van je schoenplaatjes voor dat je schoenzool en de gaten voor de bouten schoon zijn (vooral op het moment dat je je oude schoenplaatjes vervangt). Smeer de nieuwe bouten in met wat montagepasta. Op die manier kun je ze makkelijker losdraaien als je schoenplaatjes weer aan vervanging toe zijn.
Als je schoenplaatje zich op de juiste plek bevindt, draai je de boutjes losjes vast. Controleer vervolgens nog eens of het plaatje op de juiste plek zit, en draai de boutjes gelijkmatig strakker aan. Bij carbonzolen is het handig om de laatste slagen een momentsleutel te gebruiken. Haal de restjes montagepasta van je zool en je bent klaar om te fietsen!
Mocht er toch nog iets niet helemaal goed voelen tijdens je testrit, probeer dan je schoenplaatjes nog iets te verplaatsen. Blijf je last houden? Dan kun je nog proberen je zadel hoger of lager te zetten. Als echt niets helpt, maak dan een afspraak voor een bikefitting.