Waarom is de juiste bandenspanning belangrijk voor een racefiets, mountainbike of gravelbike?
Of je nu een ambitieuze wielrenner bent, een dare-devil op de mountainbike of een avontuurlijke gravelrijder, we hebben allemaal wat gemeen: het rijden met de juiste hoeveelheid bar in de fietsband is van cruciaal belang. In dit artikel duiken we in de wereld van de bandenspanning en bepalen we hoeveel bar er in je fietsband moet zitten om zowel te profiteren van een comfortabel gevoel, als van geweldige fietsprestaties.
Laten we echter beginnen bij het belang van de juiste bandenspanning. We hebben het allemaal wel al eens meegemaakt dat er toch net even wat te weinig lucht in de banden zit en we – door de verhoogde rolweerstand – flink op de pedalen moeten drukken om toch goed vooruit te komen. Fijn is anders, al helemaal wanneer je in een bocht merkt dat deze lage druk ook nog eens leidt tot een verminderde grip en dus valgevaar. Tot slot zorgt een te lage druk voor een verhoogd risico op lekke banden, iets wat we allemaal zoveel als mogelijk willen voorkomen.
Daar tegenover staat het scenario waarin er te veel bar in je fietsband zit. Ook in zo’n geval ervaar je verminderde grip, maar ook een stijf rijgevoel en een hogere kans op schade en slijtage aan je kostbare velgen. Zo zorgt een goede bandenspanning dus ook voor een verlengde levensduur van jouw banden.
Kortom: de juiste hoeveelheid bar in de fietsband is belangrijker dan je misschien zou denken.
Hoeveel bar moet er in de fietsband van een racefiets?
Van alle sportieve fietsen kan en gaat er in de fietsband van een racefiets het meeste bar. De simpele uitleg hierbij is dat het bij racefietsen vaak gaat om snelheid en efficiëntie op verharde wegen. De aanbevolen bandenspanning ligt meestal tussen de 6 en 8 bar, wat overeenkomst met 90 tot 115 psi. Binnen deze range kan je nog voldoende experimenteren met de bandendruk van je racefiets, waarbij je rekening kunt houden met drie belangrijke factoren.
- Gewicht. Om dezelfde prestaties als lichtere wielrenners te kunnen behalen, is het advies voor zwaardere sportieve fietsers om met een hogere bandenspanning te fietsen.
- Breedte van de band. Stelregel is: hoe breder de band, hoe lager de bandendruk. Dit komt omdat bredere banden de ruimte hebben om meer lucht vast te houden, waardoor er minder druk nodig is om dezelfde rolweerstand te kunnen bereiken.
- Rijomstandigheden. Wanneer je gaat fietsen op droge wegen, dan kan je prima met wat meer bar op weg gaan. Bij natte wegen wil je juist meer grip op de ondergrond, wat je dan weer kunt bereiken door met net wat minder bandendruk te vertrekken.
Wat is een goede bandenspanning voor de mountainbike?
In tegenstelling tot wielrenners kiezen mountainbikers in de regel voor ruig en technisch offroad terrein. Om niet van boomwortel naar boomwortel te stuiteren, ligt de bandenspanning in de banden voor mountainbikes véél lager dan de bandendruk bij racefietsen: tussen de 1,5 en 2,5 bar, wat gelijk staat aan 20-35 psi. Dat klinkt als heel weinig, maar het is wel de realiteit. In het mountainbiken speelt snelheid een veel minder belangrijke rol. Comfort en grip zijn echter essentieel voor een optimale mountainbike-ervaring.
Net als bij de racefietsen kan je nog wat spelen met de exacte hoeveelheid bar in je mountainbikeband. Je kan bij het bepalen van de uiteindelijke bandenspanning naast het gewicht van de berijder kijken naar nog drie andere factoren.
- Terrein. En dan met name hoe technisch het parkoers is. Je kunt je voorstellen dat je op een ondergrond met veel stenen, boomwortels en heuvels optimale grip en comfort wilt. In zo’n geval is een lagere bandenspanning wenselijk, omdat de band zich dan beter naar de ondergrond kan vormen en dus schokken optimaal absorbeert.
- Rijomstandigheden. Deze sluit aan bij het terrein uit puntje één. Modderige en zachte ondergronden vragen om minder bar in de mountainbike band. Ook hier geldt dat dit meer grip en comfort zal opleveren. Is de ondergrond echter droog? Dan kan je de druk weer wat verhogen, zodat de rolweerstand minder wordt en je sneller over de trails kunt rijden.
- Bandbreedte. Hiervoor geldt dezelfde stelregel als bij de banden van een racefiets. Hoe breder de band, hoe lager de bandenspanning kan zijn, zonder in te boeten op prestaties en comfort.
De bandenspanning bij gravelbikes
De gravelbike kan gezien worden als een combinatie van de racefiets en de mountainbike. Qua bandendruk zit dat eigenlijk net zo. De aanbevolen bandenspanning voor gravelbikes ligt hoger dan de bandendruk voor mountainbikes, maar tegelijkertijd weer lager dan de bandenspanning bij een racefiets. Voor een gravelbike is het advies tussen de 2 en 4 bar, dus 30 tot 60 psi.
Met een dergelijke bandendruk kan je op een verscheidenheid aan terreinen uit de voeten. Of dat nu verharde paden zijn, of zelfs meer rotsachtige single tracks. De gravelbike biedt een enorm divers pallet aan mogelijkheden, en daarom is experimenteren met onderstaande factoren aanbevolen.
- Bandbreedte. We zagen deze al terugkomen bij de racefiets én de mountainbike: een bredere band vereist een lagere bandendruk, zonder afbreuk te doen aan grip en het comfort.
- Terrein. Op de gravelbike kan het terrein waarop je gaat fiets enorm gevarieerd zijn. Op onverharde stukken is een lagere bandendruk erg fijn. Niet alleen qua comfort en grip, maar ook vanwege het absorberen van de schokken van het onregelmatige terrein. Ga je op wat minder uitdagend (verhard) terrein fietsen? Dan kan je prima met wat meer bandenspanning op weg.
- Rijomstandigheden. Net als bij de mountainbike kan het lonen om de bandendruk wat te verlagen als je natte of modderige omstandigheden tegenkomt. Het zal zorgen voor meer grip en dus meer controle over je fiets.
Welke factoren spelen mee bij het bepalen van het juiste aantal bar in je fietsband?
Tot zover de theorie, nu de praktijk. Op basis van de eerder besproken factoren en type fiets weet je nu het aantal bar dat je in je fietsband moet pompen. Maar: hoe weet je nu of je met de juiste bandenspanning op pad gaat?
- Controleer de aanbevolen druk. De theorie is ook maar theorie. Begin daarom met het checken hoeveel bar er überhaupt in jouw fietsband gepompt mag worden. Dit staat vrijwel altijd aangegeven op de zijkant van de band.
- Gebruik een fietspomp met bandendrukmeter. Klinkt logisch, en dat is eigenlijk ook. Met een goede fietspomp, en een nauwkeurige drukmeter weet jij precies hoeveel bar jij in je banden pompt. Zo wordt het oppompen van je banden geen giswerk meer.
- Experimenteer en pas aan. Gebruik de aanbevolen bandendruk uit stap één als vertrekpunt en ga van daaruit aanpassingen maken op basis van ervaringen en de eerder genoemde persoonlijke voorkeuren en rijomstandigheden.
- Controleer je bandendruk regelmatig. Het is niet zo dat het aantal bar in de fietsband van je sportieve fiets altijd hetzelfde blijft. Er zal altijd een beetje lucht ‘lekken’ en ook temperatuurveranderingen beïnvloeden de bandenspanning. Controleer de hoeveel bar dan ook regelmatig, bij voorkeur voor iedere rit.
Veelgemaakte fouten bij bandenspanning en bandendruk
Het in de praktijk juist toepassen van de theorie is niet altijd even eenvoudig. De ervaring leert dat er met enige regelmaat fouten worden het gemaakt bij het bepalen van de juiste hoeveelheid bar in de fietsband van een racefiets, mountainbike of gravelbike.
Vaak gaat het om een te hoge druk, met name bij mountainbikes en gravelbikes. Ergens is dat begrijpelijk want 1,5-2,5 bar (mountainbike) en 2-4 bar (gravelbike) klinkt natuurlijk als erg weinig. Maar op onverhard terrein is teveel bar echt een probleem, wat zich met name vertaalt in minder grip, het stuiteren van obstakel naar obstakel en een verhoogde kans op lekrijden door impact met scherpe objecten.
Een te lage bandendruk – met name op de racefiets – is ook een veelgemaakte fout. Dit leidt tot meer rolweerstand, een verminderde efficiëntie en simpelweg minder fietsplezier. Een te lage druk kan er ook voor zorgen dat je velg beschadigd raakt wanneer deze een klap krijgt van met name stenen en boomwortels op jouw route.
Tot slot wordt de hoeveelheid bar in de fietsband onvoldoende en onregelmatig gecontroleerd, wat dus leidt tot het fietsen met een onjuiste bandenspanning, met alle mogelijke gevolgen van dien.
Bandendruk & bandenspanning meten bij fietsen, in het kort
Het mag duidelijk zijn dat de juiste hoeveelheid bar in de fietsband een cruciaal onderdeel van het optimaliseren van je prestaties als sportieve fietser is.
Of je nu een racefiets, mountainbike of gravelbike rijdt, het vinden van de juiste balans tussen grip, comfort en efficiëntie kan je rijervaring aanzienlijk verbeteren. Door de aanbevolen bandendruk te volgen, regelmatig je bandenspanning te controleren en aan te passen aan je persoonlijke voorkeuren en rijomstandigheden, kun je elke rit optimaal benutten en ben je goed op weg om je prestaties naar een hoger niveau te tillen.
Kortom: het luistert allemaal heel nauw, dus neem de tijd om je bandenspanning te optimaliseren en ervaar zelf de voordelen tijdens je volgende rit.
Succes en veel fietsplezier!