Bouten controleren
Onderweg kunnen bouten lostrillen, bijvoorbeeld op klinkerwegen of kasseistroken. Voor optimale veiligheid is het belangrijk dat je de bouten naloopt. Zitten ze te los, draai ze dan aan, bij voorkeur met een momentsleutel. Hiermee draai je de bouten voldoende aan: niet te vast en zeker niet te los.
Remblokken
Voor maximale veiligheid is het gewenst dat je remmen goed werken. Daarom moet je de remblokken regelmatig controleren, ongeacht of je met velg- of schijfremmen rijdt.
Heb je een fiets met velgremmen, dan haal je de wielen uit de fiets zodat je de blokken grondig kunt inspecteren. Haal vuil en glimmende aluminium schilfers uit het oppervlak. Vervang de remblokken als de oorspronkelijke groeven in de blokken niet meer zichtbaarheid zijn of als het remrubber scheef is afgesleten. Zijn de blokken nog wel goed? Maak ze schoon met een speciale reiniger en schuur ze iets op.
Fiets je met schijfremmen, dan kun je de slijtage van de blokken onder meer merken bij het knijpen van de remhendel: je kunt hem verder in drukken. Piepend remgeluid is ook een mogelijke indicator. Check af en toe de staat van de remblokken en vervang deze tijdig. Rijd je er te lang mee door, dan rem je op het metaal van het remblok en dat resulteert in beschadiging van de remschijf.
Kabels
Binnen in de versnellingskabels en mechanische remkabels zit een coating. Die zorgt ervoor dat de stalen kabel soepel door de kunststof buitenkabel beweegt. Als je ervaart dat het schakelwerk minder prettig verloopt, dan is slijtage van de coating een mogelijke oorzaak. Een andere mogelijke oorzaak is dat de stalen kabel in de buitenkabel is gaan roesten. In alle gevallen geldt dat vervanging noodzakelijk is.
Remhendel
Steeds meer mensen hebben een fiets met hydraulische schijfremmen. Het is goed mogelijk dat er op den duur luchtbellen in de remleiding komen. Het gevolg hiervan is speling op de remhendel, waardoor de rem minder direct reageert. Op zulke momenten is het noodzakelijk de remleiding te ontluchten. In fietsland wordt dit ook wel aangeduid met ‘bleeden’. De aanpak verschilt per set, daarom vermelden we deze hier niet. Je kunt dit werk zelf doen, maar wellicht is het gemakkelijker om dit karwei over te laten aan je fietsspecialist.
Ketting
De ketting is misschien wel het meest onderhoudsgevoelige onderdeel op en aan je fiets. Naarmate je de fiets langer en vaker gebruikt, neemt de afstand tussen de schakels toe. Met een slijtagemeter meet je eenvoudig of de ketting al toe is aan vervanging. Die meter toont het direct aan als de afstand tussen de schakels te groot is geworden. Heb je niet zo’n meter? Dan is er een alternatief: leg de ketting vooraan op het grootste blad en probeer de ketting middenvoor van het blad te tillen. Gaat de ketting 4 millimeter omhoog, dan is het tijd om te vervangen.
Om de ketting in optimale staat te houden is het in ieder geval belangrijk dat je hem regelmatig smeert. Hoe je dat doet lees je hier.
Cassette
Bij de cassette is het lastiger om exact aan te geven wanneer deze aan vervanging toe is. Dat hangt, net als bij de ketting, af van onder meer het gebruik en de weersinvloeden. De cassette slijt echter niet altijd in gelijke tred met de ketting. Het meest gebruikte kransje zal wat sneller om vervanging roepen dan het andere. Als de nieuwe ketting over het veelgebruikte kransje draait, dan slijt hij ook weer sneller. Om die reden is het verstandig om bij montage van een ketting de cassette direct mee te vervangen. Een specialist kan je adviseren of dat daadwerkelijk nodig is.
Kettingbladen
Of de kettingbladen van het crankstel nog goed zijn, kun je heel eenvoudig met het blote oog waarnemen. De tanden van het blad dienen aan de bovenzijde plat en symmetrisch te zijn. Als de kettingbladen aan het einde van de levensduur zijn, blijkt dat uit de puntige vorm van de tanden: die lijken dan op haaienvinnen.
Derailleurwielen
Hoe klein ze ook zijn, derailleurwielen zijn van groot belang voor de schakelkwaliteit. Zijn ze aan vervanging toe, dan voelt het schakelgedrag minder precies aan doordat de ketting meer ruimte heeft gekregen. Derailleurwielen die aan vervanging toe zijn, herken je direct aan de puntig vorm van de tanden.
Bandoppervlak
Een lekke band is een grote ergernis van fietsers. Je kunt het nooit helemaal voorkomen, maar je kunt de kans wel verkleinen. Loop bij de onderhoudsbeurt na een training het loopvlak van je banden na. Haal steentjes en andere scherpe delen uit het rubber en wees er zeker van dat ze niet voor te diepe of grote sneden hebben gezorgd. Houd een vinger aan de pols bij de slijtage van het bandoppervlak: is het niet te glad geworden of te veel aan een bepaalde zijde afgesleten? Als dat wel het geval is, dan wordt het tijd om de band te wisselen.
Stuurlint
Als je de mechanische remkabels en versnellingskabels vervangt, is het goed om direct nieuw stuurlint te wikkelen. Voor de kabelvervanging moet je immers toch het lint eraf halen. Het is altijd prettig om een stuur met een strak gewikkeld stuurlint in de hand te hebben. Een bolling of verdikking ligt niet fijn in de handpalm.