Drinken: op peil houden van de vochtbalans

Voor goede sportprestaties moet de vochtbalans zowel voor, tijdens, als na het sporten in evenwicht worden gehouden. Slechte hydratatie leidt tot een verminderde prestatie en een langer herstelproces.

Bij een flinke inspanning verlies je minimaal 1 liter vocht per uur. Omdat de snelheid waarmee je lichaam nieuw vocht weer kan opnemen beperkt is, droog je tijdens een langdurende inspanning onherroepelijk uit. Drinken doe je om dit uitdrogen zoveel mogelijk te vertragen. Heb je de dag(en) ervoor al weinig gedronken dan begin je dus met een vochttekort!

Wordt het vochttekort onvoldoende aangevuld, dan zal dit leiden tot prestatievermindering. Afhankelijk van je lichaamsgewicht kan één liter vochtverlies je prestatie al met 20% verminderen!

Praktische tips

• Drink altijd voldoende, anders begin je al uitgedroogd. Dat houdt in dat je ook de dagen en uren voorafgaand aan je training voldoende blijft drinken. Aan de kleur van je urine kun je zien hoe goed gehydrateerd je bent; heldere urine betekent dat je voldoende gehydrateerd bent; hoe donkerder de urine, hoe slechter je mate van hydratatie. Let op: gebruik je multivitaminen, dan kleurt je urine ook donkerder!
• Drink vlak voor vertrek nog 100-200ml sportdrank of water als de inspanning een uur of langer gaat duren.
• Drink vlak van te voren weinig als je direct flink aan de bak moet, anders kun je last krijgen van een 'klotsbuik'.
• Drink afhankelijk van intensiteit, temperatuur en luchtvochtigheid ongeveer 200-250ml per 20 minuten.
• Het is beter enkele flinke teugen tegelijk (200 ml) te drinken dan steeds kleine slokjes.
• Wanneer je in de kou gaat trainen, lijk je minder dorst te hebben. Toch heeft je lichaam nog steeds vocht nodig! Blijf daarom toch drinken en maak het tot een gewoonte.
• Vul binnen 2 uur na de training of toch je vochtverlies aan. Meer informatie